Publiciteit door psychologen

Deze webpagina werd voor het laatst geüpdatet op 19/06/2023.

Gebruikte afkortingen:

  • Kwaliteitswet = wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg;
  • Ziekteverzekeringswet = wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994;
  • DC = koninklijk besluit van 2 april 2014 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de psycholoog (deontologische code).

Mag u reclame maken voor uw praktijk? Zo ja, moet u daarbij bepaalde regels in acht nemen? 

Dit zijn ongetwijfeld vragen die u uzelf reeds heeft gesteld. In onderstaande tekst lichten wij voor u de relevante wettelijke bepalingen toe waaraan u zich als psycholoog dient te houden.

Welke wettelijke bepalingen dient u na te leven?

Artikel 39 van de deontologische code bevat de regels omtrent publiciteit die door alle psychologen moeten worden nageleefd en luidt als volgt: 

De psycholoog mag zijn diensten bekendmaken op voorwaarde dat hij ze objectief en op waardige wijze voorstelt zonder de reputatie van zijn vakgenoten te schenden. Hij onthoudt zich van elke colportage. Hij heeft de plicht, indien hij zijn titels en kwalificaties, zijn opleiding, zijn ervaring, zijn competentie, evenals zijn aansluiten bij een beroepsgroepering vermeldt, dit op een correcte wijze te doen.

Daarnaast bevat artikel 31 van de Kwaliteitswet, dat enkel van toepassing is op klinisch psychologen, het volgende: 

§1. De gezondheidszorgbeoefenaar mag praktijkinformatie aan het publiek kenbaar maken. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder praktijkinformatie verstaan iedere vorm van mededeling die rechtstreeks en specifiek, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of aangewende technieken, tot doel heeft een gezondheidszorgbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk. 

§2. De gezondheidszorgbeoefenaar mag praktijkinformatie enkel aan het publiek kenbaar maken mits de hierna volgende voorwaarden worden nageleefd:

1° de praktijkinformatie moet waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar zijn en ze moet wetenschappelijk onderbouwd zijn;

2° de praktijkinformatie mag niet aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen noch mag ze de ronseling van patiënten tot doel hebben.

De praktijkinformatie vermeldt de bijzondere beroepstitel(s) waarover de gezondheidszorgbeoefenaar beschikt. Deze bepaling sluit niet uit dat de gezondheidszorgbeoefenaar ook kan informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.

Tot slot bepaalt artikel 127 §2 van de Ziekteverzekeringswet, tevens enkel van toepassing voor klinisch psychologen, het volgende:

“Publiciteit waarin de kosteloosheid van de in artikel 34 bedoelde geneeskundige vertrekkingen [1] wordt vermeld of waarin wordt verwezen naar de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van die verstrekkingen, is in alle gevallen verboden.”

Welke implicaties hebben deze wettelijke bepalingen?

Uit een lezing van artikel 39 van de deontologische code enerzijds en een samenlezing van artikel 39 van de deontologische code en artikel 31 van de Kwaliteitswet anderzijds, vloeit voort dat voor alle psychologen colportage/ronseling en publiciteit van elkaar moeten worden onderscheiden.

  • Colportage/ronseling betekent het actief zoeken naar potentiële cliënten/patiënten om hen tijdens een persoonlijk contact diensten aan te bieden. Deze vorm van publiciteit is formeel verboden. Dit is overigens het geval voor alle gereglementeerde vrije beroepen.
  • Publiciteit, daarentegen, staat gelijk aan alle publieke mededelingen die tot doel hebben zichzelf of de kwaliteit van de beroepspraktijk bekend te maken. Dit is wel toegelaten. De klinisch psychologen moeten in zoverre de praktijkinformatie de kwaliteit van de beroepspraktijk betreft, wel bijkomend voldoen aan de voorwaarde dat deze wetenschappelijk onderbouwd moet zijn.

Uiteraard moeten alle psychologen, als beoefenaars van een gereglementeerd beroep, ook de andere regels van hun beroep respecteren. Meer bepaald moeten alle psychologen ingeval ze gebruik maken van publiciteit onder meer de waardigheid en integriteit van het psychologenberoep respecteren, hun onafhankelijkheid bewaren en het beroepsgeheim beschermen. Hiermee samenhangend dienen alle psychologen hun publiciteit te beperken tot waarheidsgetrouwe, objectieve, verifieerbare, relevante en discrete informatie, wat ook letterlijk in de Kwaliteitswet staat ingeschreven voor de klinisch psychologen.

De volgende persoonlijke reclame is te allen tijde verboden voor alle psychologen: advertenties met vergelijkende referenties die het toelaten om cliënten/patiënten van psychologen te identificeren of die naar financiële voorwaarden verwijzen. Psychologen dienen bovendien te vermijden dat derden over hun activiteit reclame maken die indruist tegen de deontologische code.

Verder is het, op basis van artikel 127 §2 van de Ziekteverzekeringswet, verboden voor klinisch psychologen om in de publiciteit melding te maken van:

  1. het gratis karakter van de geleverde verstrekkingen;
  2. de tegemoetkoming van de verplichte ziekteverzekering in de kostprijs van deze verstrekkingen.

Deze publiciteitsregel in de Ziekteverzekeringswet is relevant voor klinisch psychologen in het kader van de mogelijke terugbetaling door het RIZIV van door hen verstrekte zorg (wat momenteel neerkomt op de mogelijke tegemoetkoming die in het kader van de RIZIV conventie geboden kan worden voor eerstelijnspsychologische zorg). Voor meer informatie over het bovenstaande verwijzen wij graag naar de website van het RIZIV via deze link.

Dit neemt niet weg dat alle psychologen, met inbegrip van de klinisch psychologen, de deontologische plicht hebben om vooraf te communiceren over de financiële implicaties van hun tussenkomst (zie art. 37 DC).

De hierboven beschreven regels inzake publiciteit gelden voor alle vormen van informatieverstrekking, met inbegrip van internet en Facebook.

Referenties

[1] De “in artikel 34 bedoelde geneeskundige verstrekkingen” bestaan onder meer uit:

het verstrekken van psychologische en orthopedagogische zorg door klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen die zowel mono- als multidisciplinair werken binnen onder meer een multidisciplinair samenwerkingsverband” (zie art. 34 30° Ziekteverzekeringswet).


 
Deel deze pagina